Kapoenenlied
Eén, twee, drie, vier,
Kapoenen hebben veel plezier
Eén, twee, drie, vier, Kapoenenland is hier
Want zonder glimlach bij de hand
Gaat niemand naar kapoenenland
Eén, twee, drie, vier, Kapoenenland is hier
Kabouterlied
Al zijn wij nog kabouters
Al zijn wij nu nog klein
Wij willen vlijtig leren
Om later flink te zijn
Zie ons gaan zie ons gaan langs de baan
Stappend hand in hand
Iedere dag met een lach en een vlag
Naar kabouterland
Goed zijn willen worden
Goed zijn is ons plicht
En daarom ons hartje
Hemelwaards gericht
Zie ons gaan zie ons gaan langs de baan
Stappend hand in hand
Iedere dag met een lach en een vlag
Naar kabouterland
Wolven, jonggidsen, gidsen, jin & leiding
Zus harop, de dag begint te rijzen
De vlag gehesen naar de zon
Zie de slanke mast ten hemel wijzen
De dag die weer begon
Doe uw licht weer stralen in de harten
Laat uw licht het grauwe duister tarten
Zus, gedraag u fris door heel de dag
De gaven van onze lach
Brand de reinheid van Gods dageraad
In ’t adel van uw gelaat
Zie alom de stoere torens dagen
In ’t prille goud vant jonge licht
Op het doel van ’t onbekende wagen
Uw sterken tred gericht
Om uw golven brede rijken gouwen
Vlaandrens stille hemel hangt te blauwen
Harop, in ’t wapp’ren van uw vlag
Breng uw volk een stralend nieuwe dag!